Deze cursus behandelt drie perioden waarin vrouwen binnen de beeldende kunsten invloedrijk zijn geworden.
1. Vrouwelijke pioniers van het modernisme (1900-1940).
De eeuwwisseling met haar vele veranderingen, met name de industrialisatie, gaf een aantal vrouwen de gelegenheid beroepsmatig te gaan werken, ook in literaire en kunstkringen. Sonia Delaunay en Sophie Taeuber-Arp zijn enkele voorbeelden van ’grand ladies’ van het modernisme.
2. Streven naar gelijkheid: vrouwen in de kunst van de jaren 60 en 70. In de jaren zestig/zeventig ontstond de tweede feministische golf die streefde naar meer gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Een toenemend aantal vrouwen trad toe tot academies en werd beroepskunstenaar. Populair medium werd de performance, waarin het vrouwenlichaam centraal stond. Yoko Ono, Carolee Schneemann en Marina Abromovic zijn voorbeelden.
3: Diva’s van het wereldwijde kunstpodium.
Hedendaagse vrouwelijke kunstenaars beseffen dat vrouwelijkheid niet alleen een kwestie is van fysiek, van het lichaam, maar ook van sociale structuren. Van hoe vrouw en man gegoten zijn in archetypen. Die conceptuele kunstenaars spelen met de beeldcultuur: van de reclame, van de televisie, van de film. Werk van Barbara Kruger, Cindy Sherman en Marlene Dumas wordt in deze lezing behandeld.
Datums |
Dinsdag 12, 19, 26 maart 2024 |
Tijd |
14.00 - 16.00 uur |
Locatie |
CC Jan van Besouw |
Docente |
Mevrouw Christianne Niesten |
Kosten |
€ 33,00 inclusief koffie/thee |
Uiterste |
15 november 2023 |
Contactpersoon |
Christel Rutte de contactgegevens vindt u |